E-communicatie
Het specifieke aan e-communicatie (of CMC = computer mediated communication) is dat deze communicatie vaak schriftelijk en a-synchroonVorm van communicatie waarbij je niet online aanwezig bent op hetzelfde moment als je cursisten verloopt (hoewel sommige tools ook mondelinge of synchroneVorm van communicatie waarbij je wél online aanwezig bent op hetzelfde moment als je cursisten feedback toelaten – zie hulpmiddelen bij e-coaching). Bij tekstgebaseerde communicatie verlies je alle non-verbale signalen: visuele en auditieve informatie, zoals armgebaren, oogcontact, mimiek, nuances via intonatie, toonhoogte van de stem, …
Zo komen er geen emoties mee en is het soms erg moeilijk in te schatten hoe je cursisten zich voelen. Het vraagt daarom extra vaardigheid van jou, als lesgever, om je op afstand te kunnen inleven in het perspectief en de gedachtegang van je cursisten.
Om ervoor te zorgen dat je het verdwijnen van de non-verbale communicatie kan ondervangen, kan je de e-communicatie verrijken met taaltechnische hulpmiddelen. Het gaat hier om symbolen zoals emoticons en taalmiddelen zoals ‘sound words’ (onomatopeeën, woorden die een klank nabootsen, zoals ha ha, pfff, oef, aha…)